Koning der tuinvogels
De huismussen zijn al jarenlang de winnaar van iedere nationale tuinvogeltelling. Ze leven in kolonies in stedelijk gebied en worden daarom vaak in grote aantallen in tuinen waargenomen. Sinds kort is de huismus niet meer de talrijkste broedvogel van Nederland. Merels hebben deze positie van de huismussen overgenomen.
Wooncrisis
Alhoewel huismussen nog steeds zeer algemeen voorkomende vogels zijn met tussen de 600.0000 en 1000.000 broedparen, gaat het niet goed met de populaties. Vanaf begin jaren tachtig tot eind jaren negentig is het aantal huismussen in Nederland gehalveerd! De leefomgeving van huismussen is zeer specifiek en dus kan één verandering desastreuse gevolgen hebben.
Ze zijn afhankelijk van de inrichting van de menselijke leefomgeving. Huismussen broeden onder dakpannen, onder de dakgoot of op dergelijke plekken bij onze huizen. Ze zijn erg kieskeurig bij het kiezen van een broedplek en een kolonie maakt daarom jaar op jaar gebruik van dezelfde locatie. Het zijn geen avonturiers. Ze blijven het liefst dichtbij de kolonie op de broedlocatie om eten te zoeken, een zandbad te nemen en zelfs in de winter blijven ze meestal ‘’thuis’’ in tegenstelling tot vogelsoorten die naar het zuiden migreren. Vandaar dat alle benodigde elementen van de leefomgeving van de huismus op kleine afstand aanwezig dienen te zijn.
Een groot probleem voor de huismussen is dat de daken in moderne woonwijken vaak geen ruimte laten voor huismussen. Daarnaast zijn onze woonwijken tegenwoordig zo net en strak ingericht, dat er geen voedsel meer te vinden valt en dat er geen plekken zijn waar huismussen een zandbad kunnen nemen. Daarbij komt ook dat er mensen zijn die liever geen huismussen verwelkomen onder hun dakpannen. Ze installeren daarom een vogel werend net, vogelschroot of verwijderen de nesten of eieren, ook al is dit ten strengste verboden.
Noodrem
Door het te kort aan nestgelegenheid staat er meer druk op locaties waar huismussen nog wel broeden. Daarom is besloten dat de nesten van huismussen, jaarrond wettelijke beschermd zijn. Op die manier worden de broedplekken van huismussen beschermd en zal voor het vernielen, beschadigen en verstoren ervan, een ontheffing op de Wet natuurbescherming (Wnb) moeten worden aangevraagd. Deze ontheffingen worden doorgaans slechts verleend bij zeer urgente redenen. Sinds de eeuwwisseling lijkt de populatie huismussen zich weer te stabiliseren, maar er is geen sprake van een echte toename en de aantallen van voor de jaren tachtig zijn na 20 jaar nog lang niet in zicht.