De Zoogdiervereniging heeft 2023 uitgeroepen tot het jaar van de meervleermuis! Dat vinden de ecologen van Kwinfra meer dan terecht. Want Nederland is super belangrijk voor deze vleermuissoort. Bijna 30% van de vrouwtjes van de wereldwijde meervleermuizen populatie krijgt haar jongen in Nederland. Met name het noordwesten van ons land is bezet door deze vliegende insecteneters. Helaas gaat niet goed met de meervleermuis in Nederland en dat heeft significante gevolgen voor het voortbestaan van de diersoort wereldwijd.
- De meervleermuizen in Nederland zijn drastisch verminderd. Van 11.700 in 1994 naar 7000 in 2021.
- Bijna 30% (van de vrouwelijke dieren) van de wereldwijde meervleermuis populatie krijgt jongen in Nederland.
- Er zijn slechts 175 kraamverblijfplaatsen in Nederland bekend.
- Meervleermuizen verblijven uitsluitend in gebouwen, tussen de spouwmuur, op zolder of vergelijkbare plek.
- De meervleermuis (en ook veel andere vleermuissoorten) krijgen gemiddeld slechts één jong per jaar.
Vleermuizen bij sloop, renovatie of na-isolatie
Wanneer de ecologen van Kwinfra nader soortgericht onderzoek uitvoeren, en daarbij vleermuisverblijfplaatsen worden vastgesteld, dan zijn niet alle opdrachtgevers daar blij mee. Het betekent meestal dat er een ontheffing op de Wet natuurbescherming (Wnb) moet worden aangevraagd en er passende maatregelen met compensatie voor de vleermuisverblijfplaatsen moeten worden verzorgd. Vertraging van de ruimtelijke ontwikkeling is vaak het gevolg en op tijd ecologisch onderzoek laten verrichten, kan in veel gevallen helpen de vertraging te beperken. Kwinfra denkt graag mee voor een passende planning.
Omdat vertraging zeer onwenselijk is, vinden wij het belangrijk om goed uit te leggen waarom de Wet natuurbescherming vleermuizen en hun verblijfplaatsen beschermd.
Vleermuisverblijfplaatsen
Alle vleermuissoorten in Nederland stellen strenge eisen aan hun verblijfplaats. Afhankelijk van de vleermuissoort, verschilt de voorkeur van het type verblijfplaats, een gebouw, een boom of een grot. Altijd geldt dat er een geschikte opening moet zijn en er tochtvrij, warm, maar niet te heet binnenklimaat heerst. Roofdieren mogen geen toegang hebben en idealiter is de ruimte groot genoeg voor een hele kolonie vleermuizen (kraamkolonie). Een jachtgebied moet ook in de buurt liggen en deze moet bereikbaar zijn vanaf de verblijfplaats. Meervleermuizen verblijven slechts in gebouwen. Dit kan tussen de spouwmuren zijn, op een zolder of andere vergelijkbare plekken. Meervleermuizen ondervinden vaak problemen op hun vliegroute. Ze navigeren richting hun jachtgebied door watergangen te volgen. Op deze vliegroutes kunnen licht en andere verstoringen veroorzaken dat hun jachtgebied niet bereikbaar is vanaf hun verblijfplaats of zorgen dat ze ver moeten omvliegen, waardoor ze niet genoeg tijd hebben om te jagen. Zodoende komen ze niet aan hun voedselbehoeftes.
Kraamkolonies
Dit maakt dat meervleermuizen één van de meest kieskeurige bij het kiezen van een verblijfplaats. Er zijn dan ook maar 175 locaties in Nederland bekend waar meervleermuizen een kraamverblijfplaats hebben. Z’n verblijfplaats huisvest al gauw tussen de 200 en 500 meervleermuizen. Het verliezen van één van deze onderkomens direct desastreuze gevolgen. Vaak vinden de vleermuizen geen alternatieve kraamplek en de populatie zal daardoor sterk achteruitgaan. Ook herstellen vleermuispopulaties zich niet snel. Dit komt omdat vrouwelijke dieren gemiddeld slechts één jong per jaar grootbrengen.